Studie over het toeristisch jaar 2020 in Münsterland: bijna elf miljoen euro omzetverlies per week

Het is al enige tijd bekend dat de Coronapandemie de toeristische sector bijzonder hard treft. Nu zijn er ook concrete cijfers voor Münsterland: een studie van dwif-Consulting GmbH over het toerisme als economische factor in 2019 en 2020 bewijst de grote verliezen. "Uit de vergelijking van jaar tot jaar blijkt dat de toeristische sector in Münsterland in 2020 te maken krijgt met een omzetdaling in het dag- en verblijfstoerisme van in totaal 570 miljoen euro", vat Michael Kösters, hoofd toerisme van de regionale beheersorganisatie Münsterland e.V., die opdracht gaf voor de studie, samen. "Dat is ongeveer elf miljoen euro per week. Als je bedenkt dat ongeveer de eerste tien weken in 2020 vóór de lockdown nog 'normaal' waren, is het wekelijkse verlies daarna nog groter."

Hoe belangrijk het toerisme als economische factor in het Münsterland is, blijkt uit de totale omzet: "In 2019 bedroeg de bruto toeristische omzet maar liefst 1,944 miljard euro", aldus Kösters. "Volgens het DWIF hebben we in Münsterland goed zeven miljoen overnachtingen, zes miljoen bezoeken van familieleden, vrienden en bekenden en 47 miljoen dagtochten kunnen optekenen. In 2020 is de bruto-omzet snel gedaald tot 1,373 miljard euro. Dat is een daling van bijna 30 procent."

Volgens de studie bestaat het verlies niet alleen uit de ontbrekende overnachtingen - ook de detailhandel en de gastronomie spelen een rol. Kösters: "Toerisme is een zogeheten sectoroverschrijdende industrie met talrijke dwarsverbanden met andere economische sectoren. Omdat gasten niet alleen blijven overnachten, maar ook winkelen, uit eten gaan, naar musea gaan of gebruik maken van het openbaar vervoer of taxi's. Volgens de studie was de grootste profiteur van toerismegerelateerde omzet in 2019 de horeca, in 2020 was dat de detailhandel, wat vooral te danken was aan het hogere aandeel dagtochten in vergelijking met 2019." De detailhandel is echter van nature veel minder afhankelijk van het toerisme dan de horeca.

Voor 2021 is Kösters slechts voorzichtig optimistisch: "Hoewel er voor de zomermaanden tekenen zijn van een goede groei ten opzichte van 2020, liggen de cijfers nog steeds beduidend onder het niveau van 2019. De toeristische sector, met name het reizen van toeristen uit het buitenland naar Münsterland en het zakelijk toerisme, zal nog heel lang nodig hebben om te herstellen van de Coronapandemie. Bovendien zal er veel veranderen, vooral in het beurs-, congres- en congrestoerisme. In dit opzicht zal ook het zakentoerisme in zijn geheel het zeer moeilijk hebben om terug te keren op het niveau van vóór de Corona-crisis."

Ook en vooral uit economisch oogpunt is het daarom van belang nog meer de nadruk te leggen op de toeristische troeven van de regio en het belang van het toerisme ook voor andere gebieden te benadrukken. Kösters: "Toerisme is gebonden aan de locatie en kan niet worden uitbesteed aan andere regio's en landen. De toerisme- en horecasector draagt bij tot een aanzienlijke omzet, schept werkgelegenheid en is uiteindelijk ook van groot belang voor een intact stads- en dorpsleven met veel positieve lokalisatie-effecten. In dit opzicht moeten niet alleen de bedrijven zelf veel inspanningen leveren - ook belangengroepen, instellingen en sponsors moeten hun uiterste best doen om het toerisme in het Münsterland snel weer op gang te helpen". Tegen deze achtergrond is het een goed teken dat de vraag in de zomermaanden in de vrijetijdssector, d.w.z. buiten het zakentoerisme, aanzienlijk is toegenomen, niet alleen naar zelfvoorzienende vormen van accommodatie zoals vakantiewoningen, stacaravans of kamperen, maar ook in hotels, vooral in plattelandsgebieden.

www.muensterland.com