Het verpakken van reeds bekende werkzame bestanddelen in nanomaterialen kan leiden tot verbeterde eigenschappen en een grotere stabiliteit, een grotere werkzaamheid en/of minder bijwerkingen als gevolg van doel- of weefselgerichte toediening op de plaats van werking. Zij kunnen onstabiele, niet-membraan- of slecht oplosbare werkzame bestanddelen opnemen, beschermen, vervoeren en beschikbaar maken, en wanneer zij als drager fungeren, de toxische effecten als gevolg van de verpakking van het werkzame bestanddeel verminderen.
Door hun geringe omvang, hun chemische aard en de juiste oppervlaktemodificatie zijn zij in staat biologische barrières zoals de bloed-hersenbarrière, het reukepitheel, het darmslijmvlies of de huid te overschrijden. Voorts kunnen hun oppervlakken worden gefunctionaliseerd met moleculen die beschermen tegen herkenning door het immuunsysteem en selectieve accumulatie op de plaats van de werking mogelijk maken (gerichte toediening) of kunnen zij de werkzame stof afgeven aan de doelcellen in reactie op externe of plaatsspecifieke stimuli op de plaats van de werking (getriggerde afgifte). Nanoschaalformuleringen kunnen ook een rol spelen in zogenaamde "gecontroleerde afgifte"-systemen, waarbij wordt gestreefd naar een in de tijd en plaats vooraf bepaalde afgifte van een therapeutisch agens over een langere periode.
Instituut voor anorganische chemie, WWU Münster
Centrum voor zachte nanowetenschappen, WWU Münster
Instituut voor farmaceutische technologie en biofarmacie, WWU Münster
Chemische Ingenieur, Hogeschool Münster